Hoofdstuk 1 Inleiding

1         De meerdere theoretische niveaus of verhalen van deze studie 4

2         De opbouw van het betoog 6

Hoofdstuk 2 Een Amerikaanse aanloop

1         De afwezigheid van directe intellectuele inspirators en voorbeelden 9

2         Enige opmerkingen over de historische context 13

2.1      De Great Crash en de New Deal 13

2.2      Het Keynesiaanse paradigma 14

2.3      De naoorlogse herweging van markt en politiek 16

2.4      Het uitdenken van een betere samenleving 20

3         De politieke en filosofische achtergrond 21

3.1      De vanzelfsprekende liberale politieke context 21

3.2      Ethisch pluralisme en liberalisme 23

3.3      Het pragmatisme als levenshouding 24

4         Pluralistische voorlopers 28

4.1      De traditioneel grote rol van maatschappelijke organisaties in Amerika 28

4.2      Het etatisme binnen de negentiende-eeuwse politicologie 29

4.3      De pluralistische kritiek van Laski en anderen op het staatsdenken 30

4.4      Een te hoog voetstuk voor Arthur F. Bentley 33

4.5      Earl Latham over de nooit aflatende machtsstrijd tussen groepen 36

4.6      David B. Truman 39

4.6.1   De onvermijdelijke belangengroepen in een open besluitvorming 41

4.6.2   Overlappende groepslidmaatschappen en potentiële belangengroepen 43

4.6.3   Een adequate belangenbehartiging verklaart de politieke stabiliteit 45

4.6.4   Voorstellen om de schaduwzijden van belangengroepen te verlichten 46

5         Zorgen over de electorale politieke incompetentie 48

5.1      Het psychologisch vertoog in het interbellum 49

5.2      De politieke wetenschap noodzaakt een nieuwe democratische theorie 51

5.3      Deweyisme als theorie van de democratie 52

5.4      Naoorlogse empirische onderzoekingen naar electorale competentie 55

5.5      Bernard Berelson over weldadige politieke onverschilligheid 56

6         Balans 60

Hoofdstuk 3 Buitenlandse politiek en politieke incompetentie

1         Drie criteria van democratische besluitvorming 63

2         De invloeden op en de beperkingen van de volksvertegenwoordiger 64

3         Drie wijzen om de bestaande besluitvorming te verbeteren 66

4         Waarom men de keuze van middelen niet aan deskundigen kan laten 67

5         Het bevorderen van de politieke competentie 69

6         Gewenste hervormingen van het politieke stelsel: party government 71

7         Balans: het emancipatiedilemma 73

Hoofdstuk 4 Een gezamenlijk vertrekpunt

1         De juiste sociale technieken en het einde der ideologieën 79

2         Zeven breed gedragen doeleinden van rationeel sociaal handelen 80

3         Calculatie en beheersing als condities van rationeel sociaal handelen 83

3.1      Vier processen van calculatie 83

3.2      Vier technieken van beheersing 86

4         Het prijssysteem 87

4.1      Hoe de ondernemers via het marktmechanisme worden beheerst 88

4.2      Markt en socialisme kunnen samengaan 89

5         De hiërarchische ordening 91

5.1      De bureaucratie en de oorzaken en redenen van haar verbreiding 91

5.2      De onvermijdelijke kosten van onontbeerlijke bureaucratieën 93

5.3      Het primaat van de politiek en sociale vernieuwing als tegenwichten 95

6         De polyarchie 97

6.1      De polyarchie als oplossing voor het basisprobleem van de politiek 97

6.2      De maatschappelijke bestaansvoorwaarden van een polyarchie 99

6.2.1   Sociale indoctrinatie in de wenselijkheid van de democratie 99

6.2.2   Maatschappelijke consensus over basiswaarden 100

6.2.3   Een aanzienlijke mate van sociaal pluralisme 100

6.2.4   Een relatief hoog niveau van politieke participatie 102

6.2.5   Roulatie van politieke leiders 103

6.2.6   Zekerheid, sociale gelijkheid en algemeen onderwijs 103

6.2.7   Enige onhoudbare bezwaren tegen inkomensnivellering 104

7        ‘Bargaining’ 107

7.1      De gevolgen voor de rationaliteit en responsiviteit der politiek 108

7.2      ‘Party Government’ ter bestrijding der schaduwzijden van bargaining 110

8         Hiërarchische en polyarchische versus prijssysteem technieken 112

8.1      Enige technische gebreken van de polyarchie en de hiërarchie 112

8.2      Enige tekortkomingen van het prijssysteem 113

8.2.1   De manipulatie van de burger door de economische en politieke elite 115

8.2.2   Het maatschappelijk beperkte perspectief van marktkeuzen 116

8.3      Doelmatigheid en innovatiekracht van publieke en private organisaties 117

9         Bargaining versus het prijssysteem 119

9.1      Medezeggenschap en de illegitimiteit van privaat ondernemerschap 119

9.2      Een prélude op het neocorporatismedebat: national bargaining 121

10       Verbeterde technieken ter realisering van het Verlichtingsproject 124

10.1    Het einde van het klassieke liberalisme en socialisme 124

10.2    De planning van persoonlijkheden 125

11       Tussenbalans 127

11.1    Interdisciplinariteit, wetenschappelijke vooruitgang en naïveteit 128

11.2    De receptie van Politics, Economics, and Welfare 131

11.3    De eindeloze ‘einde van de ideologie’- beweging 133

11.4    De modernisering en het einde van de Grote politiek 134

11.5    De tijdgeest van Weber, Mannheim en Schumpeter 135

11.5.1 Schumpeter, en Dahl en Lindblom 136

11.5.2 Mannheim en Dahl 139

Hoofdstuk 5 De behavioralistische stemming

1         De voedingsbodem van het behavioralisme 146

1.1      Bentley, Wallas en Merriam 146

1.2      Duitse vluchtelingen, maatschappelijke irrelevantie, fondsen, en meer 148

1.3      De invloed van Popperiaanse wetenschapstheoretische noties 149

2         De toestand en de toekomst van de politicologie volgens David Easton 151

2.1      Feiten, weetjes en wetjes 151

2.2      De noodzaak van theorieën 152

2.3      Kan de politicologie een wetenschap worden? 153

2.4      De onvervulde functie van de normatieve politieke theorie 155

2.5      De potentie van de in de politicologie vigerende evenwichtstheorie 157

3         Dahls kritiek op de oude en de nieuwe politicologie 160

4         Lindbloms lof van de bestaande politiek-wetenschappelijke kennis 165

5         Een grafschrift voor een succesvol protest 168

5.1      Een sobere omschrijving van het behavioralisme 168

5.2      De verworvenheden van het behavioralisme 170

5.3      De toekomst en het lijmen van de brokstukken van de politicologie 172

6         Enige eerste waarnemingen over het behavioralisme 173

6.1      De schaarste aan wetenschapstheoretische reflectie 174

6.2      Bouwen van de grond af? 175

6.3      Bouwen tot in de hemel? 177

6.4      Behaviorisme versus behavioralisme: louter zintuiglijk waarnemen? 178

6.5      Tégen de politieke filosofie? 179

6.6      Economische theorie van de democratie, evenwicht en rationele keuze 181

Hoofdstuk 6 Een logische analyse van de polyarchie

1         Een voorwoord tot een democratische theorie 186

1.1      De democratie volgens James Madison 186

1.2      De populistische democratie 189

1.3      Een haalbaar alternatief: de polyarchie 191

1.4      Het beperkte belang van constitutionele waarborgen tegen tirannie 192

1.5      Minderheden heersen binnen door meerderheden gezette kaders 193

2         Enige kanttekeningen bij een voorwoord 196

2.1      Symbolisme en deductieve logica 196

2.2      Natuurrechten of een sociale besluitprocedure 199

2.3      Normatieve uitgangspunten en politieke wetenschap 199

2.4      Dahls groeiende economisch individualisme 200

Hoofdstuk 7 Empirisch onderzoek naar de polyarchie

1         Empirisch onderzoek naar de machtsverdeling 203

1.1      Het debat tussen elitisten en pluralisten 204

1.2      Het definiëren en onderzoeken van macht 206

1.3      Dahls onderzoek in New Haven 208

1.3.1   De centrale vragen en de onderzoeksmethoden 209

1.3.2   De indirecte macht van het apolitieke stratum 210

1.3.3   Vijf patronen van leiderschap 211

1.3.4   Gespecialiseerde invloed en verspreide ongelijkheden 213

1.3.5   Hoe een actieve minderheid waakt over de democratie 216

1.3.6   De wisselende receptie van Who Governs? 219

2         Een tevreden politieke democratie of een tevreden politicoloog? 221

2.1      De democratie als een methode van conflictbeslechting 221

2.2      Pluralisme in plaats van meerderheidsbeslissingen 223

2.3      Sociale consensus als bestaansvoorwaarde van de democratie 224

2.3.1   De brede maatschappelijke consensus in de Verenigde Staten 225

2.3.2   Alle Amerikanen bezitten dezelfde politieke ideologie 227

2.4      Politieke partijen en kiezers 229

2.4.1   De irrelevantie van ondemocratische partijbesluitvorming 229

2.4.2   Partijen en de rationaliteit van de publieke besluitvorming 229

2.4.3   De rationaliteit van de kiezers 230

2.5      Vier strategieën tot beïnvloeding van de politieke besluitvorming 231

2.5.1   Waarom is er geen Amerikaanse socialistische partij? 232

2.5.2   Het sociaal pluralisme belemmert de collectieve wilsvorming 234

3        Vergelijkend onderzoek naar de bestaanscondities van polyarchieën 235

3.1      De kenmerken van een polyarchie 235

3.2      De sociaal-economische ontwikkeling verklaart weinig 237

3.3      Sociale ongelijkheid vormt geen belemmering voor politieke stabiliteit 238

3.4      Bij voorkeur van grotere betwisting naar grotere insluiting 240

3.5      De aan- of afwezigheid van maatschappelijke kloven 241

3.6      Het belang van een verspreiding van de democratische overtuiging 242

3.6.1   Specifieke opvattingen die een polyarchie ondersteunen 242

3.6.2   De oorsprong van politieke opvattingen 244

3.7      De beperkte mogelijkheden hegemonieën te democratiseren 245

4         Excursie: de gebrekkige Civil Society van Tsjechië 248

Hoofdstuk 8 Pleidooien voor democratische participatie

1         De participanten, hun bezwaren en hun favoriete opponenten 261

2         De klassieke theorie: ideaal of werkelijkheid? 263

3         Dubieus systeemdenken 265

4         Angst voor ideologie, participatie en veranderingen in de status quo 266

5         Het onbegrepen dynamische karakter van de klassieke theorie 267

6         Het elitisme van de pluralisten en hun blindheid voor sociale onvrede 268

7         Dahls verweer tegen aantijgingen van elitisme 270

8         Carole Pateman over economische democratie en Schumpeter 273

9         De kosten van democratische participatie en deliberatie 276

10       Dahls reactie op de democratiseringsbeweging 278

10.1    De legitimatie van gezag en de kosten van participatie 279

10.2    Een commune is geen land 281

10.3    Sociale ongelijkheid is een obstakel van een volwaardige democratie 284

10.4    De ondernemings-leviathan en een pleidooi voor marktsocialisme 286

10.5    Het staatsmonster en de kloof tussen politiek en burger 289

10.5.1 De instelling van jury-adviesraden voor gekozen beleidsmakers 290

10.5.2 De onleefbaarheid en overbodigheid van de megalopool 291

10.5.3 De introductie van stadsdeelraden en de planning van nieuwe steden 292

11       Hoe de democratisering uitloopt op basisme of neopopulisme 293

11.1    Politieke participatie en algemeen of particulier belang 295

11.2    Participatie door internet en referenda: de burger eindelijk de baas? 297

12       De invloed van Schumpeter op de naoorlogse democratische theorie 301

12.1    Twee interpretaties van Schumpeter en het pluralisme 302

12.2    Schumpeter, de pluralisten en de economische democratische theorie 306

12.3    Bezitten pluralisten geen normatieve criteria? 308

12.4    Gaat het in het pluralisme slechts om de competitie tussen leiders? 309

12.5    Pateman en de noodzaak van het lezen van de authentieke teksten 310

Hoofdstuk 9 Macht & onmacht in de polyarchie

1         Macht en onmacht: enige theoretische noties 315

1.1      Dimensies van machtsuitoefening 315

1.2      Hebben mensen ‘echte’ belangen? 318

1.3      Moeilijkheden van de radicale conceptie 320

2         Ongehoorde stemmen 322

2.1      Matthew Crenson onderzoekt de depolitisering van luchtvervuiling 323

2.2      Michael Parenti’s perspectief vanaf de onderkant 326

2.3      Lewis Lipsitz’ grieven der achtergestelden 330

3         William Domhoff over de Amerikaanse heersende klasse 335

3.1      Enige politieke en methodologische uitgangspunten 336

3.2      Vier processen van machtsuitoefening door de heersende klasse 339

3.3      Ook New Haven wordt gedomineerd door een elite 341

4         Dahls terloopse en impliciete antwoord op kritiek op Who Governs? 343

5         Het gelijk van de politicologie en de politieke overwinning van rechts 345

6         De corrumpering van het Amerikaanse sociale en politieke stelsel 348

7         Het maken van sociale consensus en de ideologie der winnaars 355

8         Opnieuw het emancipatiedilemma 357

Hoofdstuk 10 Wetenschapstheoretische bedenkingen

1         Een wilde tuin van grieven 361

2         Kernen van kritiek 368

3         Dahls distantie en tevredenheid in de jaren vijftig en zestig 371

4         De invloed van denkmodellen op de waarneming 373

4.1      Metafysische, epistemologische en ethische uitganspunten 374

4.2      Mens- en maatschappijbeelden en hun herkomst 377

4.3      Neutraliteit in de politieke wetenschappen 379

4.4      Het verwachten en onderzoeken van consensus of conflict 382

4.5      Onevenwichtig denken binnen het evenwichtsmodel 385

4.6      Een door ons onderschreven theorie bevestigen wij met ons gedrag 390

5         Natuur- versus menswetenschappen 391

5.1      Dahls bescheiden onderzoeksbevindingen en de oorzaken hiervan 391

5.2      Positivisme en positieve politieke vrijheid 395

5.3      De interpretatieve methode als alternatief 396

5.4      Zijn belangrijke, complexe gebeurtenissen doorgaans uniek? 399

5.5      Zwakheden van de wetenschappelijke en interpretatieve methode 400

5.6      De dagelijkse wetenschapsbeoefening en kwaliteit 402

Hoofdstuk 11 Moderne politiek en moderne politicologie

1         Behavioralisme, relevantie en relativisme 408

1.1      Dahls weerwoord 408

1.2      Brecht, Weber en het wetenschappelijk waarderelativisme 410

1.3      Rationalisering en de feitelijke terugtrekking uit de waardesfeer 413

2         De naturalistische politiek opvatting: Bay over pseudopolitiek 417

3         Het kleinpolitieke verzet van de tegencultuur tegen de kleine politiek 421

3.1      Een groeiende onvrede in een moderniserende samenleving 422

3.2      De onschuld van Charles A. Reich 424

3.2.1   De bestaande maatschappelijke problemen 425

3.2.2   Ons tijdelijk gebrek aan maatschappelijk bewustzijn 426

3.2.3   De Corporatieve Staat gaat aan zijn interne contradicties ten onder 428

3.2.4   De bewustzijnsverruiming van de nieuwe generatie 430

3.2.5   De bewustzijnsrevolutie 431

4         Politieke machteloosheid en het uitblijven van de revolutie 432

5         Robert Lane en het onbehagen in marktdemocratieën 433

5.1      Een epidemie aan depressies, wantrouwen en vervreemding 434

5.2      De hedonistische tredmolen en de ondervoeding aan gemeenschap 437

5.3      De weg naar huis 439

6         Een ouderwets antwoord op moderne maatschappijproblemen? 440

6.1      Dahls gevecht met de naturalistische politiekconceptie 442

6.2      Grote en waarlijke politiek 445

Bibliografie 449

Namenregister 463

Zakenregister 469