De mogelijkheid om gezamenlijk richting en betekenis te verlenen aan het samenleven vormt voor burgers een essentiële dimensie van politieke vrijheid. Velen in de westerse democratieën hebben echter het gevoel dat de omvang van deze vrijheid tamelijk gering is geworden. Mensen lijken te zijn overgeleverd aan anonieme structuren en processen waarop zij nauwelijks greep hebben.
In de trilogie Een Rehabilitatie van de Politiek – een omvattende studie naar de wortels van het moderne politieke denken – onderzoekt Hans Blokland in hoeverre de uitgangspunten waarop het westerse politieke systeem is gebaseerd tot de heersende gevoelens van onmacht hebben geleid. Deze uitgangspunten worden in dit deel geanalyseerd aan de hand van het denken van Weber, Mannheim en Schumpeter. In de volgende twee delen zal dit gebeuren via onder meer het werk van de toonaangevende Amerikaanse politicologen Dahl en Lindblom.
De centrale theoretische invalshoek van de studie is de modernisering. In het bijzonder onderzoekt Blokland de gevolgen van dit proces voor de politieke, positieve vrijheid van mensen om gezamenlijk richting te geven aan hun samenleving. Weber, Mannheim en Schumpeter leveren gezamenlijk een expliciete en coherente formulering van een door de moderniteit doordrenkt denken over politiek en democratie. De sociale en politieke problemen die de modernisering in hun opvatting veroorzaakt, confronteren bovendien bij uitstek onze tegenwoordige liberale samenleving.
Een belangwekkende studie voor al diegenen die op zoek zijn naar een fundamentele analyse van het maatschappelijk bestel van onze tijd. Het biedt tevens aan studenten in de maatschappijwetenschappen (sociologie, politicologie, bestuurskunde, politieke filosofie en economie) een gedegen inleiding in het werk van Weber, Mannheim en Schumpeter.
Dem einzelnen Menschen mögen mancherlei persönliche Ziele, Zwecke, Hoffnungen, Aussichten vor Augen schweben, aus denen er den Impuls zu hoher Anstrengung und Tätigkeit schöpft; wenn das Unpersönliche um ihn her, die Zeit selbst der Hoffnungen und Aussichten bei aller äusseren Regsamkeit im Grunde entbehrt, wenn sie sich ihm als hoffnungslos, aussichtslos und ratlos heimlich zu erkennen gibt und der bewusst oder unbewusst gestellten, aber doch irgendwie gestellten Frage nach einem letzten, mehr als persönlichen, unbedingten Sinn aller Anstrengung und Tätigkeit ein hohles Schweigen entgegensetzt, so wird gerade in Fällen redlicheren Menschentums eine gewisse lähmende Wirkung solches Sachverhalts fast unausbleiblich sein . . .
Thomas Mann (1924: 50)
The scientific outlook in political science can easily produce a dangerous and dysfunctional humility: the humility of the social scientist who may be quite confident of his findings on small matters and dubious that he can have anything at all to say on larger questions. The danger, of course, is that the quest for empirical data can turn into an absorbing search for mere trivialities unless it is guided by some sense of the difference between an explanation that would not matter much even if it could be shown to be valid by the most advanced methods now available, and one that would matter a great deal if it should turn out to be a little more or a little less plausible than before, even if it still remained in some considerable doubt.
Robert Dahl (1961b: 25)
Voorwoord en Inleiding De Modernisering en haar Politieke Gevolgen
Inhoudsopgave De Modernisering en haar Politieke Gevolgen
De Modernisering en haar Politieke Gevolgen PdF